Hotel Estheréa vindt haar oorsprong bij Maria Flieger-Gruyters. Na het overlijden van haar man tijdens de Tweede Oorlog verhuisde zij naar Amsterdam. Daar hield ze een oogje in het zeil voor de eigenaar van een pension die zelf moest onderduiken. Toen bleek dat de eigenaar de oorlog niet had overleefd, kon zij het pand overnemen.
Dit was het startpunt van Estheréa. Het pension – wat begon met slechts 12 kamers – breidde zich uit elke keer als Maria kans zag om een aangrenzend pand erbij te kopen. Zo groeide het tot het hotel zoals het vandaag de dag is.
In de jaren die daarop volgde onderging het voormalig pension een volledige transformatie. Inmiddels wordt het hotel gerund door Maria’s kleindochter Esther en haar team. Het hotel is volledig gerenoveerd en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De faciliteiten zijn uitgebreid, zo is er inmiddels een 24 uur per dag geopende bar vernoemd naar de oprichter Maria en een gym en zijn alle kamers volledig in de Estheréa stijl ingericht.
Het is tegenwoordig dan ook geen ouderwets pension meer maar een volwaardig boutique hotel waarbij elke kamer uniek is! Het hotel is ook voortdurend in beweging, kamers worden om de zoveel tijd vernieuwd en niets blijft hetzelfde, behalve de uitgesproken Estheréa stijl.
In de 80 jaar dat Hotel Estheréa bestaat is het uitgegroeid van een kleinschalig pension tot een luxe parel met 91 kamers en twee suites. Een imperium, opgericht en gerund door sterke vrouwen en een fantastisch team met een visie.
Wat in al deze jaren wel is gebleven is het familiegevoel. Persoonlijke aandacht, authenticiteit en service en het oog voor detail. Dat zie je niet alleen als je het hotel binnenstapt, dat voel je overal.